Keyword

Vlaamse Open data

5665 record(s)
 
Type of resources
Available actions
Topics
INSPIRE themes
Keywords
Contact for the resource
Provided by
Years
Formats
Representation types
Update frequencies
status
Scale
Resolution
From 1 - 10 / 5665
  • The potential soil erosion aggregated for a grid of 1 km shows the average potential erosion (ton/ha) for a specific grid cell. The map is the sum of water and tillage erosion. The map takes into account 4 types of land use: forest, permanent cover, agricultural crops without permanent cover and other land use. The map is based on the soil erosion map aggregated for each agricultural parcel in Flanders (2010). The original map on parcel level is a product of computer modeling with a spatial resolution of 5 m * 5 m by the "Physical and Regional Geography Division, Department of Earth and Environmental Sciences, K.U. Leuven". The calculation of water erosion is based on the Revised Soil Loss Equation (RUSLE, Renard et al., 1991) using a 2 dimensional approach for calculating the LS factor based on Desmet and Govers (1996). The water erosion is calculated with a crop factor of 0,001 for forest, a crop factor of 0,01 for permanent cover (excluding forest), a crop factor of 0,37 for other agricultural crops and a crop factor of 0 for other land use. Tillage erosion is calculated according to the WaTEM/SEDEM model based on Van Oost et al. (2000).

  • Op basis van de resultaten van een intensieve bodemkartering gedurende de jaren ’50 tot ’70 werd de Belgische bodemkaart opgesteld. Deze Belgische bodemkaart steunt op het Belgische bodemclassificatiesysteem. Het is een nationaal systeem dat uitsluitend voor de Belgische bodems werd opgesteld. De bodemkaart van België volgens het internationale World Reference Base (WRB) bodemclassificatiesysteem is een vertaling van de bodemkaart volgens het Belgische bodemclassificatesysteem. WRB bestaat uit 2 detailniveaus: enerzijds de 32 'Reference Soil Groups' (RSG’s) en anderzijds een combinatie van RSG’s met voor- en achtervoegsels, i.e. ‘qualifiers', die toelaten om een individueel bodemprofiel te classificeren. Door het gebruik van ‘Reference Soil Groups' (gekleurde vlakken) en ‘Main qualifiers’ (blauw omlijnde polygonen met labels) kan de belangrijkste informatie uit de bodemkaart van België vertaald worden naar het WRB-systeem. Om de informatie over textuur, drainage en substraten niet verloren te laten gaan zijn nog 3 deelkaarten toegevoegd ‘Textuurkaart’, ‘Drainage qualifiers’ en ‘Abruptic/Ruptic qualifiers’. De ‘Textuurkaart’ geeft de textuurklasse weer zoals die voorkomt op de bodemkaart van België. De kaarten zijn voorlopige versies en zijn het resultaat van het project ‘Ontwikkelen en toepassen van een methodiek voor het omzetten van de Belgische bodemkaart volgens het internationaal Word Reference Base systeem’ uitgevoerd door S. Dondeyne, J. Deckers en E. Van Ranst van de K.U.Leuven en de U.Gent. Meer uitleg vindt u in het rapport van de studie (https://www.dov.vlaanderen.be/themas/bodem). Opmerkingen of suggesties zijn welkom via dov@vlaanderen.be.

  • In opdracht van de toenmalige afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, nu Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen, werden isohypsenkaarten gemaakt van het Tertiair in Vlaanderen. Aan de hand van de beschikbare geologische gegevens (ontsluitingen, boringen, seismische profielen, boorgatmetingen enz. ...) werd voor elk van de Tertiaire formaties in Vlaanderen en Brussel het verloop van de basis van deze formatie opgesteld in de vorm van isohypsenkaarten. Het rapport omvat de voorkomensgebieden van de Tertiaire formaties, de breuken en de isohypsen van de basis van de Tertiaire formaties.

  • In opdracht van de toenmalige afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, nu Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen, werden isohypsenkaarten gemaakt van het Tertiair in Vlaanderen. Aan de hand van de beschikbare geologische gegevens (ontsluitingen, boringen, seismische profielen, boorgatmetingen enz. ...) werd voor elk van de Tertiaire formaties in Vlaanderen en Brussel het verloop van de basis van deze formatie opgesteld in de vorm van isohypsenkaarten. Het rapport omvat de voorkomensgebieden van de Tertiaire formaties, de breuken en de isohypsen van de basis van de Tertiaire formaties.

  • In opdracht van de toenmalige afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, nu Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen, werden isohypsenkaarten gemaakt van het Tertiair in Vlaanderen. Aan de hand van de beschikbare geologische gegevens (ontsluitingen, boringen, seismische profielen, boorgatmetingen enz. ...) werd voor elk van de Tertiaire formaties in Vlaanderen en Brussel het verloop van de basis van deze formatie opgesteld in de vorm van isohypsenkaarten. Het rapport omvat de voorkomensgebieden van de Tertiaire formaties, de breuken en de isohypsen van de basis van de Tertiaire formaties.

  • In opdracht van de toenmalige afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, nu Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen, werden isohypsenkaarten gemaakt van het Tertiair in Vlaanderen. Aan de hand van de beschikbare geologische gegevens (ontsluitingen, boringen, seismische profielen, boorgatmetingen enz. ...) werd voor elk van de Tertiaire formaties in Vlaanderen en Brussel het verloop van de basis van deze formatie opgesteld in de vorm van isohypsenkaarten. Het rapport omvat de voorkomensgebieden van de Tertiaire formaties, de breuken en de isohypsen van de basis van de Tertiaire formaties.

  • De laag geeft alle kadastrale percelen weer waarvoor een milieu- en/of omgevingsvergunning (VLAREM II 5.18) is toegekend, gecombineerd met een aanduiding die de ontginningstoestand (01/01/2016) weergeeft.

  • Op basis van de regionale grondwaterstroming worden verschillende opeenvolgende HCOV's afgebakend die als één geheel worden beschouwd: de grondwatersystemen. De grenzen zijn gebaseerd op de fysische kenmerken van de grondwaterreservoirs (naast enkele gewest- en landsgrenzen). De systemen worden begrensd door duidelijke barrières voor de grondwaterstroming zoals dikke kleilagen, geologische begrenzing, sterk drainerende rivieren, verziltingsgrenzen, ... Er zijn zes grondwatersystemen: - het Kust- en Poldersysteem - het Centraal Vlaams Systeem - het Sokkelsysteem - het Maassysteem - het Centraal Kempisch Systeem - het Brulandkrijtssyteem

  • De kaart met oplossingsscenario's voor erosieknelpunten bevat de gegevens uit de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen in Vlaanderen, goedgekeurd door de afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen van de Vlaamse Overheid. De gegevens uit deze plannen zijn voorstellen van nuttig geachte erosiebestrijdingsmaatregelen. De opname van maatregelen in deze plannen wil niet zeggen dat de maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd zullen worden. Aangezien nog niet alle erosiegevoelige gemeenten beschikken over een goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingsplan, is de kaart niet als volledig te beschouwen. Naar schatting hebben ongeveer 120 gemeenten in het Vlaamse Gewest op minstens een deel van hun grondgebied te maken met water- en bewerkingserosie door de combinatie van de hellende topografie, het hoge leemgehalte in de bodem en de landbouwpraktijk met intensieve akkerbouw. In Vlaanderen zijn deze gemeenten geconcentreerd in een band van gemiddeld 30 kilometer in het zuiden van het Gewest. Een 100-tal gemeenten beschikken over een goedgekeurd erosiebestrijdingsplan. Het gemeentelijk erosiebestrijdingsplan is opgebouwd uit enerzijds de studie van historische en omgevingsfactoren (de analyse van de randvoorwaarden), en anderzijds de identificatie van erosieknelpunten samen met een concept van oplossing bestaande uit een combinatie van brongerichte en symptoomgerichte erosiebestrijdingsmaatregelen voor elk van de knelpunten (de knelpuntanalyse). Een knelpunt wordt gedefinieerd als het gebied dat afwatert naar een gekend erosieprobleempunt. De plannen die ter goedkeuring werden ingediend, werden opgesteld door tien verschillende studiebureaus. De verscheidenheid van naamgeving en symbologie van erosiebestrijdingsmaatregelen werd voor deze kaart gereduceerd tot tien klassen van maatregelen, verdeeld over punt-, lijn- en vlakmaatregelen. De datalaag "puntmaatregelen" bevat de voorgestelde maatregelen die als een punt kunnen weergegeven worden (bv. erosiepoelen, reliëfwijzigingen en waterinfrastructuur).

  • Vlaanderen is opgebouwd uit een afwisseling van watervoerende lagen (zand, grind, krijt, vast gesteente, ...) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (bijvoorbeeld klei). De opeenvolging van deze aquifers en aquitards heeft in Vlaanderen een eigen codering: de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering). De HCOV-codering is opgebouwd uit hydrogeologische hoofd-, sub- en basiseenheden. De hoofdeenheid groepeert een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrogeologische eigenschappen hebben en zo één geheel vormen. De hydrogeologische hoofdeenheid Kempens Aquifersysteem wordt gevormd door alle Tertiaire en Quartaire afzettingen boven de Boomse kleilaag. Geografisch komen deze lagen hoofdzakelijk voor in het bekken van de Kempen. Het betreft hier de zone ten noordoosten van de dagzoming van de Formatie van Boom. Deze hydrogeologische zone bestaat hoofdzakelijk uit een opeenvolging van diverse Tertiaire en Quartaire zanden, afgewisseld met al dan niet belangrijke lokale kleilagen.